Waar moet een koplampafstelunit vanaf 2021 aan voldoen?
We weten het ondertussen eigenlijk allemaal wel, de koplampafstelunit moet per 1-1-2021 voldoen aan nieuwe eisen. Maar welke wijziging is dit nu eigenlijk en wanneer voldoet je koplampafstelunit er nu wel of niet aan? En waarom wordt dit nu aangepast?
Waarom deze aanpassing?
Om maar gelijk met de laatste vraag te beginnen, het waarom. De moderne koplampen behalen zo’n felle lichtintensiteit door de komst van Xenon en LED techniek, dat deze in een verkeerde stand gevaarlijk verblindend zijn. Daarbij komt kijken dat de koplampen vaak verschillend gemeten, en dus geïnterpreteerd worden. Het is algemeen bekend, en onderzocht, dat koplampen bij verschillende garages anders gemeten worden, en dus anders worden afgesteld. Nu de tijd aan Nederland om dit probleem goed aan te pakken, zeker gezien wij in Nederland hier eigenlijk heel ver in achterlopen ten opzichte van andere landen om ons heen.
Wijziging Regeling Voertuigen hoofdstuk 8
Op 22 november 2019 is in de Staatscourant 2019 nummer 63953 het bericht gekomen dat er een aantal wijzigingen plaats gaan vinden in de Regeling Voertuigen. Waaronder ook de eisen waaraan de koplampafstelunit moet voldoen, wat vermeld wordt in artikel 8.4.110.
Per 1-1-2021 moet de koplampafstelunit aan onderstaande voldoen:
Artikel 8.4.110
Het koplamptestapparaat voldoet aan de volgende eisen:
- indien de stralenbundel van een dimlicht of mistvoorlicht op de lens van het apparaat wordt geprojecteerd, moet de lens een beeld weergeven dat in verhouding nauwkeurig overeenkomt met het beeld dat door de stralenbundel wordt gevormd op een verticale wand die zich op 10 m van het dimlicht of mistvoorlicht bevindt;
- het koplamptestapparaat moet de daling van de lichtbundel weergeven in cm/10 m dan wel in procenten op 10 m. De minimale schaalverdeling moet in mm dan wel 0,1% zijn.
- Het projectievlak van het apparaat dient zodanig te kunnen worden versteld, dan wel moet het testapparaat het elektronisch aangeven, dat hierop direct de minimale en maximale hoogte-afstelling van de dimlichten en de mistvoorlichten voor iedere beladingstoestand van alle voertuigen kan worden gecontroleerd;
- de verstelbaarheid van het apparaat in verticale richting moet ten minste 90 cm bedragen. Hierbij moeten lampen die zich op 30 cm boven het vloeroppervlak bevinden gecontroleerd kunnen worden.
Wat betekent dat nu eigenlijk?
HL185
Een koplampafstelunit die voldoet aan alle eisen die met ingang van 2021 van kracht werden.
Lees meerVoorbeeld:
Je kijkt op het voertuig wat het juiste dalingshoekpercentage is van de koplampen voor die auto. Stel; dat is bij een voertuig een dalingshoek van 1,2%. Vervolgens moet je dus, volgens dit voorbeeld, goed kunnen aflezen of je netjes 1,2% dalingshoekpercentage in hebt gesteld op je koplampafstelunit. Om dit nauwkeurig genoeg te kunnen doen, moet je dus per 0,1% kunnen aflezen op je stelinrichting. Vanaf 1-1-2021 moet je dit dus exact goed kunnen instellen en mag hiervoor niet meer gebruik worden gemaakt van een vast paneel met meerdere lijnen.
Voldoet je huidige koplampafstelunit aan deze criteria? Gefeliciteerd, dan voldoet jouw koplampafstelunit aan de eisen van 1-1-2021!
Wat nog meer?
Feitelijk verandert er vanaf dat moment even niet veel. Uiteraard wordt er nu ook goed gekeken of de koplampafstelunits nog wel echt deugdelijk zijn. De RDW is namelijk niet alleen aan het kijken of het apparaat wel alleen aan die voorschriften voldoet, ook mag de unit geen overmatige slijtage vertonen. Aangezien er op dit moment nog geen harde spelregels zijn om te bepalen wanneer een koplampafstelunit deugdelijk is of niet, is dit nu nog een interpretatie van de RDW. Mogelijkerwijs komt er in de toekomst ook nog een technische keuring op de koplampafstelunit, om te kijken of alles wel in goede is. En dat is ook logisch ook, want met een ondeugdelijk apparaat gaat het natuurlijk nog niet goed. Denk daarbij aan:
- Correcte werking afleesinrichting voor juiste positionering van de afleesunit.
- Correcte waterpas stand van de afleesunit voor zowel over de lengte als over de breedte.
- Geen overmatige spelingen op de unit.
- Juiste positie van reflectiepaneel t.o.v. behuizing
Zoals gezegd, vooralsnog zijn hier geen voorschriften voor gemaakt, maar ga er vanuit dat dit goed kan komen in de toekomst.
Last but not least: Vloervlakheid!
De RDW is nu al bepaalde posities aan het controleren in de werkplaatsen om ervoor te zorgen dat we de voertuigen wel goed waterpas controleren. Het heeft immers allemaal geen zin als we alles goed instellen aan de apparatuur zijde, maar vervolgens het uitgangspunt - de stand van het voertuig - niet juist is. Want een voertuig dat niet goed vlak staat schijnt per definitie al niet goed. Dus moeten vloeren ook voldoende vlak zijn. De norm is daarbij gesteld op een wielbasis van 3 meter, waarin niet meer dan 6 mm afwijking mag zitten in hoogte. Hier mag uiteraard ook een brug voor worden gebruikt, mits die dus binnen de norm vlak genoeg staat.
Conclusie
Controleer goed of je koplampafstelunit aan de juiste eisen voldoet zoals hiervoor omschreven. Twijfel je daaraan? Schakel dan eventueel de RDW in, of vraag aan CBX Nederland om ook eens een blik te werpen op je apparatuur. We willen je graag helpen om een juist advies te geven. Met enige regelmaat horen we dat klanten te horen krijgen dat ze een heel dure koplampafstelunit moeten aanschaffen terwijl dit helemaal niet nodig is. Zelfs LED koplampen zijn nu nog af te stellen met een relatief eenvoudige, maar toch goede koplampafstelunit. Je moet alleen even weten wat je echt nodig hebt, en daar helpen wij je dan weer graag bij!
Neem eens contact op via 0345 - 580.670 of via verkoop@cbx-nederland.nl
Volg ons!